TITEL III - BIJZONDERE BEPALINGEN TOEPASSELIJK IN ZEKERE NIJVERHEIDSTAKKEN
ter informatie! raadpleeg steeds officiële sites om geldigheid van deze informatie na te gaan!
HOOFDSTUK V - <KB 20-07-1979, art. 1 en bijl.> Stoffen die gevaarlijk
zijn na langdurige inademing.
Art. 723quater1. <KB 20-07-1979, art. 1 en bijl.> Toepassingsveld.
De bepalingen van dit hoofdstuk zijn toepasselijk op de (personen, ondernemingen
en instellingen) bedoeld in artikel 28 van dit reglement en hebben betrekking
op werkzaamheden waarbij gassen of dampen vrijkomen, waarvan langdurige
inademing irreversibele schade op de gezondheid van de arbeiders kan veroorzaken.
<KB 1987-09-17/31, art. 27, 017; Inwerkingtreding : 12-10-1987>
Zijn gerangschikt in deze rubriek:
1. de produktie en het gebruik van vinylchloridemonomeer;
2. het gebruik van zekere polymeren.
Eerste Afdeling - <KB 20-07-1979, art. 1 en bijl.> Vinylchloridemonomeer.
Art. 723quater2. <KB 20-07-1979, art. 1 en bijl.> Aard van de werkzaamheden.
Vallen onder de toepassing van deze sectie, alle werkzaamheden die de
werknemers blootstellen aan de gevolgen van vinylchloridemonomeer in de
ondernemingen waar de stof wordt vervaardigd, teruggewonnen, opgeslagen,
vervoerd, afgevuld en omgezet in vinylchloridepolymeer, of gebruikt op
eender welke manier.
Art. 723quater3. <KB 20-07-1979, art. 1 en bijl.> Technische grenswaarde
voor lange tijd.
Men verstaat onder technische grenswaarde voor lange tijd de waarde die
niet mag worden overschreden door de gemiddelde concentratie, geintegreerd
over de tijd, van vinylchloridemonomeer in de lucht van een arbeidszone,
waarbij een periode van een jaar als referentietijd wordt genomen en alleen
de concentraties in aanmerking worden genomen die zijn gemeten tijdens
de perioden waarin de inrichtingen in bedrijf waren alsmede de duur van
deze tijden. De concentratiewaarden opgenomen gedurende de alarmperioden
voorzien in artikel 723quater 8 worden echter niet in aanmerking genomen
voor de berekening van deze gemiddelde concentratie.
Art. 723quater4. <KB 20-07-1979, art. 1 en bijl.> Arbeidszone.
Men verstaat onder arbeidszone een ruimtelijk begrensd gedeelte van het
bedrijf dat één of meer werkplekken omvat. De arbeidszone
wordt hierdoor gekenmerkt dat elke werknemer in het kader van zijn werkzaamheden
gedurende wisselende tijd op de onderscheiden werkplekken daarbinnen vertoeft,
dat de duur van het verblijf op de onderscheiden werkplekken niet nader
kan worden bepaald en dat een verdere verdeling van de arbeidszone in
kleine eenheden niet mogelijk is
Art. 723quater5. <KB 20-07-1979, art. 1 en bijl.> Controle van het
gehalte aan vinylchloridemonomeer.
§ 1. De werkgevers zijn gehouden het gehalte aan vinylchloridemonomeer
in de atmosfeer van een arbeidszone te controleren.
Deze controle gebeurt door middel van continue of discontinue meetmethoden.
De permanente sequentiële meetmethode van gehalte aan dezelfde stof
staat gelijk met de continue methode.
Een discontinue meetmethode mag toegepast worden voor zover het aantal
uitgevoerde metingen een onzekerheidsmarge van 5 pct. niet overschrijdt
in toepassing van de statistische regel opgenomen in bijlage I van dit
hoofdstuk.
§ 2. Het gebruik van continue meetmethoden van het gehalte aan vinylchloridemonomeer
in de atmosfeer van de arbeidszones is verplicht in de gesloten werkplaatsen
voor polymerisatie.
§ 3. De gebruikte methode om de aanwezigheid van vinylchloridemonomeer
op te sporen moet toelaten de waarde van 1 p.p.m. van deze stof te ontdekken.
Wanneer de gebruikte methode niet toelaat de vinylchloridemonomeer te
selectioneren, dan wordt de bekomen concentratie beschouwd als geheel
bestaande uit deze laatste stof.
§ 4. De gebruikte meetapparaten moeten met regelmatige tussentijden
geijkt worden en telkens als dit nodig is.
Art. 723quater6. <KB 20-07-1979, art. 1 en bijl.> Meetpunten.
De plaatsen waar de metingen van het gehalte aan vinylchloridemonomeer
in de atmosfeer van de arbeidszones worden uitgevoerd, moeten zodanig
gekozen zijn dat het gemiddelde van de verkregen resultaten representatief
is voor het niveau van de blootstelling van de werknemers aan deze stof.
De arbeidsgeneesheer duidt de plaatsen aan in akkoord met de leden van
het Comité voor Veiligheid, Gezondheid en Verfraaiing van de werkplaatsen.
Bij gebrek aan een dergelijk akkoord, worden deze plaatsen ambtshalve
aangeduid door de geneesheer-arbeidsinspecteur.
De keuze van de meetpunten kan nagegaan worden door middel van een individueel
monsternemingstoestel gedragen door de werknemers die tewerkgesteld zijn
in de betreffende zone.
Indien tewerk gegaan wordt met afgezonderde metingen op verschillende
plaatsen en er twijfel bestaat over het representatief karakter van deze
metingen, dan aanvaardt men als valabel resultaat enkel datgene wat waargenomen
werd op de plaats waar de concentratie het belangrijkst is.
Art. 723quater7. <KB 20-07-1979, art. 1 en bijl.> Technische grenswaarde
voor lange tijd.
De technische grenswaarde voor lange tijd is vastgesteld op 3 p.p.m. De
relatie tussen deze technische grenswaarde voor lange tijd en de limietwaarden
voor kortere referentieperioden wordt opgesteld overeenkomstig de regels
voorkomend in bijlage I van dit hoofdstuk
Art. 723quater8. <KB 20-07-1979, art. 1 en bijl.> Alarm _ Evacuatie
van een arbeidszone.
De werkgever is gehouden het alarm te doen inschakelen wanneer het gehalte
aan vinylchloridemonomeer in de atmosfeer van een arbeidszone de volgende
concentraties overschrijdt:
15 p.p.m. voor 1 uur;
20 p.p.m. voor 20 minuten;
30 p.p.m. voor 2 minuten.
De werknemers worden ervan verwittigd door licht- en geluidssignalen.
De werkgever doet de verontreinigende arbeidszone ontruimen en de toegang
ervan wordt verboden tot op het ogenblik dat de controles van de atmosfeer
die er worden uitgevoerd, aantonen dat het gehalte aan vinylchloridemonomeer
de limietwaarden, vastgesteld in bijlage I van dit hoofdstuk, niet meer
overschrijdt.
Enkel de werknemers die behoren tot de interventieploegen mogen toegang
krijgen tot de ontruimde arbeidszone
Art. 723quater9. <KB 20-07-1979, art. 1 en bijl.> Permanente controle
over de dichtheid van de installaties.
De normale werking van de installaties wordt nagegaan door controles van
de atmosfeer uitgevoerd op plaatsen gekozen op grond van de potentiële
risico's voor vrijkoming van vinylchloridemonomeer.
De interventieploegen zijn belast met het verhelpen van de overschrijding
van de toegelaten gehaltes aan vinylchloridemonomeer.
Art. 723quater10. <KB 20-07-1979, art. 1 en bijl.> Salubriteit van
de arbeidszones.
Na advies van het Comité voor Veiligheid, Gezondheid en Verfraaiing
van de werkplaatsen kan de arbeidsgeneesheer het dragen van een individueel
monsternemingstoestel voor vinylchloridemonomeer voorschrijven aan sommige
werknemers met het oog op het inzamelen van alle informaties bestemd om
de versterking van de bestaande beschermingsmaatregelen toe te laten.
Art. 723quater11. <KB 20-07-1979, art. 1 en bijl.> Individuele bescherming.
§ 1. De werknemers die behoren tot de interventieploegen genoemd
in de artikelen 723quater 8 en 723quater 9, evenals deze die werkzaamheden
uitvoeren van schoonmaak van autoclaven, onderhoud en herstelling, waarvoor
het niet mogelijk is concentraties lager dan de limietwaarden te garanderen,
dragen allen een autonoom ademhalingsapparaat met gelaatsbedekking, conform
aan de voorschriften van artikel 160 van het Algemeen Reglement voor de
arbeidsbescherming.
§ 2. De individuele beschermingsmiddelen die de werkgever ter beschikking
van de werknemers moet houden, in toepassing van de bepalingen van artikel
160 van het voornoemde reglement, worden gekozen na advies van het Comité
voor Veiligheid, Gezondheid en Verfraaiing van de werkplaatsen en na raadpleging
van de arbeidsgeneesheer, op zodanige wijze dat ze elk risico voor besmetting
van de huid met vinylchloridemonomeer voorkomen.
Art. 723quater12. <KB 20-07-1979, art. 1 en bijl.> Speciaal register.
§ 1. De werkgever houdt een speciaal register bij dat twee afzonderlijke
luiken bevat waarin respectievelijk vermeld zijn:
1. Per arbeidszone en met aanduiding van de datum:
a) de resultaten van de metingen van het gehalte aan vinylchloridemonomeer
verricht in uitvoering van artikel 723quater 5;
b) het relaas van de gebeurde incidenten die verholpen werden in uitvoering
van de artikelen 723quater 8 en 723quater 9;
c) in voorkomend geval de resultaten van de individuele controles uitgevoerd
in uitvoering van artikel 723quater 10.
2. De namen van de werknemers werkzaam in de onderneming met aanduiding
voor elk van hen van de periode van tewerkstelling en van de arbeidszone
waar ze werden geplaatst.
§ 2. Dat speciaal register, dat op elk ogenblik kan geraadpleegd
worden door de werknemers of hun afgevaardigden in het Comité voor
Veiligheid, Gezondheid en Verfraaiing van de werkplaatsen, wordt ter beschikking
gehouden van de arbeidsgeneesheer.
Dat speciaal register moet gedurende 30 jaar bewaard worden.
Art. 723quater13. <KB 20-07-1979, art. 1 en bijl.> Informatie van
de werknemers.
De afgevaardigden van de werknemers in het Comité voor Veiligheid,
Gezondheid en Verfraaiing van de werkplaatsen worden betrokken bij de
toepassing van de preventieve maatregelen voorgeschreven door dit hoofdstuk.
Te dien einde worden zij onmiddellijk ingelicht over elke overschrijding
van het toegelaten gehalte aan vinylchloridemonomeer die de evacuatie
van een arbeidszone vergt.
Gedurende elke maandelijkse vergadering van het genoemde Comité,
nemen zij eveneens kennis van een rapport opgesteld door het hoofd van
de dienst voor Veiligheid, Gezondheid en Verfraaiing van de werkplaatsen
over:
1° het algemeen niveau van de hygiëne in de onderneming;
2° het naleven van de veiligheidsvoorschriften;
3° het onderhoud van de individuele beschermingsmiddelen.
Dit rapport commentarieert bovendien, op grond van de aanduidingen aangebracht
in het speciaal register:
1° de dichtheidsgraad van de installaties;
2° de resultaten van de controles van de atmosfeer van de arbeidsplaatsen
en de manier waarop de metingen worden uitgevoerd.
Het maandelijks rapport werd voorafgaandelijk medegedeeld aan de arbeidsgeneesheer,
die het aanvult met de aanmerkingen en informaties die hij nodig acht.
De arbeidsgeneesheer moet de vergaderingen van het Comité voor
Veiligheid, Gezondheid en Verfraaiing van de werkplaatsen bijwonen.
De vertegenwoordigers van de werknemers mogen bovendien de aanwezigheid
eisen op deze vergaderingen van de verantwoordelijken van de diensten
en laboratoria belast met de metingen van het gehalte aan vinylchloridemonomeer.
Bij ontstentenis van een Comité voor Veiligheid, Gezondheid en
Verfraaiing van de werkplaatsen, wordt de maandelijkse vergadering gehouden
met de leden van de syndicale afvaarding van het personeel, die over hetzelfde
recht op informatie beschikt.
Afdeling 2 - <KB 20-07-1979, art. 1> Polymeren.
Art. 723quater14. Verbod van gebruik van zekere polymeren.
Het opslaan en het gebruik van polymeren die nog meer dan 10 p.p.m. in
gewicht aan vinylchloridemonomeer bevatten zijn verboden.
Art. N1*723quater14. <KB 20-07-1979> Bijlage I - Controle van het
gehalte aan vinylchloridemonomeer (toepassing van artikel 723quater 5
van het Algemeen Reglement voor de arbeidsbescherming).
Statistische regel.
De limietwaarden voor de referentieperioden korter dan één
jaar steunen op de vaststellingen gebaseerd op de talrijke metingen van
concentraties van vinylchloridemonomeer in de industrie van vinylchloridepolymeer.
Deze resultaten stemmen overeen met de waarnemingen die werden uitgevoerd
zo wel op andere giftige stoffen als op andere domeinen van de industriële
aktiviteit.
Men kan de gegevens als volgt samenvatten:
a) de verdelingen van de concentraties van toxische stoffen kunnen door
logaritmische verdelingen worden weergegeven;
b) de logaritmische variantie sigma**2(tau, T) is een functie van de referentieperiode
r op grond waarvan het gemiddelde van de waarden wordt berekend, en van
het evaluatietijdvak T waarover zich alle waarden uitstrekken.
Dit verband kan bij benadering met de volgende functie worden weergegeven:
(sigma)**2((tau),T)=2,5*10**-2log(T/(tau)) <Om technische redenen werd
deze formule omgezet>
Limietwaarden voor referentieperioden minder dan één jaar.
Uitgaande van hypothesen, van de statistische regel verkrijgt men een
gemiddelde relatie tussen de limietwaarden voor kortere referentieperioden
en de technische limietwaarde voor lange tijd:
Tijdvak Bestaande en nieuwe Factor
installaties Limietwaarde
Limietwaarde in voor korte
parts per million tijd
(p.p.m.) (afgerond) Technische
limietwaarde
voor lange
tijd
--- ----- ----
1 jaar 3 1
1 maand 5 1,7
1 week 6 1,95
8 uren 7 2,3
1 uur 8 2,55
De bovenstaande limietwaarden voor kortere referentieperioden van een
jaar mogen ten hoogste met een waarschijnlijkheid van 5 pct. worden overschreden
wanneer het rekenkundig jaargemiddelde van de vinylchloridemonomeer concentraties
in de lucht gelijk is aan 3 p.p.m.